Zondag 4 februari
Fijne plek in het vliegtuig, met veel beenruimte, op een rijtje achter de wc’s. Naast ons een moeder met een baby; de baby is de rust zelve maar van de moeder worden we helemaal gek: geen moment laat ze het kind met rust. Kielekiele, toedeloe. Jenneke moet het even overnemen als moeder naar de wc moet. Lisl komt niet meer bij van het lachen. Overstappen in Sao Paolo, een enorme looppartij, chaos en onbegrijpelijke routes en nummering. Wat ons betreft: nooit meer overstappen in Sao Paulo! Nog een uurtje naar Belo Horizonte, daar rennend met de rolkoffertjes achter de taxichauffeur aan die de auto nogal ver weg heeft geparkeerd. Eerste kennismaking met het verkeer. Op een bank voor de balie van het hotel ligt een stel zwaar te vozen. Slierten carnavalsversiering.
Maandag 5 februari
Kort, slecht nachtje. Besloten Pampulha nog een dag uit te stellen en nuttige dingen te doen. Simkaarten en prepaid abonnement gekocht bij een kantoortje van TIM: wij als enige klanten en drie allervriendelijkste jongens die alle tijd voor ons nemen. De auto gehuurd. Zonnebrandcrème gekocht. Onze eerste Oscar Niemeyer op het Praça de Libertad, bij toeval. Ons plan om ’s avonds ergens lekker te gaan eten, gaat niet door: alle restaurants die we tegenkomen zijn dicht. Blijkbaar eten Brazilianen vooral ‘s middags! In een klein tentje dat nog net open is kunnen we nog twee fruitsalades bemachtigen, de rest is op. Wel zo gezond en goed voor de lijn ....
Dinsdag 6 februari
Eerst stromende regen. Dan op weg naar Pampulha. Casa de Baile (dicht), het kerkje van Niemeyer: allerliefst en veel kleiner dan we ons hadden voorgesteld, het huis van Kubitchek, ook van Niemeyer en ook dicht. Foto’s van en met het bronzen gezelschap aan het meer: Burle Marx, Niemeyer, Kubitchek en een vierde. De maker van de mozaïeken?
Na het leegdrinken van een kokosnoot op weg naar Brumadinho. We komen terecht in karavanen van bruinbestofte vrachtauto’s op bruinbestofte wegen. Dat schiet niet op. Tijdens de pauze bij een ‘kilorestaurant’ langs de weg (afrekenen op gewicht) zien we een toekan vliegen. Overigens zijn we nog maar net op tijd in het restaurant: terwijl we nog eten wordt alles opgeruimd, al is het nog geen 5 uur. Even later komen we aan bij een heerlijke pousada aan de rand van een dorp, met een grote tuin.
Woensdag 7 februari
Inhotim, prachtig! Het landschap van de beeldentuin is ontworpen door Burle Marx, de vaste partner van Niemeyer en ook de ontwerper van de openbare ruimte van Brasilia en de Copacabana.
Kilometers gelopen, maar ook grote stukken in het golfkarretje. Op weg naar Ouro Preto, vreemde omwegen, kleine stofwegen en gevaarlijk hoge verkeersdrempels. In Ouro Preto bij vergissing op een smal weggetje een steile berg achter het stadje opgereden, zorgen over de remmen bij de afdaling. Lisl blijkt een onverschrokken chauffeur. Geparkeerd in een steile straat. Intrek in het hotel, een beetje aftandse Niemeyer, het enige moderne gebouw van de stad. Lisl heeft een kloek naakt van vrouwenliefhebber Oscar boven haar bed. Curvas!
Als zich ’s avonds weer het probleem ‘waar gaan we eten’ voordoet, besluiten we dat het restaurant in het hotel geen optie is: de obers staan al uren bij de ingang van een totaal lege eetruimte om gasten te verleiden naar binnen te gaan, maar niemand die er op intrapt. Dan maar het stadje in. We vinden een aangenaam café-restaurant waar de eigenaar onze poging om een paar kleine hapjes van de best uitgebreide kaart te bestellen resoluut van de hand wijst: feijoada, dat moeten we eten! Vooruit. Het wordt een aangename kennismaking met een Braziliaans nationaal gerecht.
Donderdag 8 februari
Het museum van de mijnwerkersopstand, stortregens en drie kerken. Jezussen en heiligen met pruikjes op, echt smerig, vinden we. Wel mooi zijn de losse coulissendeuren voor de uitgang van de kerken. In de middag moe van al het klimmen en geluierd. Tegen de avond een kleine carnavalsoptocht door de hoofdstraat en tot diep in de nacht een klereherrie.
Vriidag 9 februari
Weer op pad. Langs de kerk in Conhongas, heerlijk luchtig daarbinnen met alle deuren open. Ernaast een zaal vol aandenkens aan overledenen, onder andere door een tragisch ongeluk, foto’s, kinderpyjama’s, bedankjes. Het voelt nogal voyeuristisch. Op weg naar Tiradentes: weilanden vol termietenhopen, steengroeven, eucalyptus, weer vrachtauto’s met rode aarde. Zeer Engels aandoende pousada in Tiradentes, alles blommig en een schoothondje met speldjes in heur haar. Van de zeer spraakzame mevrouw verstaan we geen woord.
Zaterdag 10 februari
Een ontbijt waar we wel twee weken van zouden kunnen eten. In de auto Portugese zinnetjes zitten oefenen: ‘Aceite un suborno?’ Puntige bergen in de verte.
Petropolis: het Braziliaanse Marienbad. Hoe zijn in het verleden al die Duitse kolonisten daar terecht gekomen?
Een empanada bij een stalletje op een plein waar carnaval ‘en famille’ wordt gevierd, onder het genot van opzwepende muziek. We lopen naar een plein waar een monument staat voor de Braziliaanse vliegheld Santos Dumont, over wie Lisl net een boek heeft gelezen, van Artur Japin. Het monument blijkt een prototype te zijn van een vliegtuig dat hij heeft geconstrueerd. Ook hier is muziek en wordt er gedanst. Even verderop het laatste en uitermate bescheiden huis van Santos Dumont. De meest in het oog springende bijzonderheden: de ingenieuze douche die hij zelf heeft gebouwd, het uitkijkpunt op het dak en de tafel waar hij aan werkte, met tafelpoten van meer dan 2 meter hoog en natuurlijk ook in hoogte bijpassende stoelen. Hij wilde blijkbaar altijd loskomen van de grond!
Daarna nog het glass palace, ook alweer zo klein, en de monsterlijke kathedraal. Alweer moeilijk om een restaurant te kunnen vinden en uiteindelijk eten we garnalen in een vrij chique maar zo goed als leeg restaurant, wat later een slecht plan zal blijken.
Zondag 11 februari 12
We lopen naar het Casa de Ipiranga, de bedompte en vervallen villa van een koffiemagnaat. Daarna rijden we naar Casa Stefan Zweig, wat veel indruk maakt: zo tragisch dat hij na zijn vlucht voor het naziregime geen kans meer zag een nieuw bestaan op te bouwen.
Vervolgen een uitstapje naar Teresopolis, mooie rit, de schoonheid van de stad kunnen we niet ontdekken. We proberen nog een blik te werpen op de spitse bergen in de verte. En uit voorzorg strijken we daar in de middag al vast neer in een restaurant!
Maandag 12 februari
Kalmpjes naar het vliegveld van Rio. Vlakbij het vliegveld bewoning onder viaducten, wapperend wasgoed op een rotonde. We zijn veel te vroeg en rijden nog naar het stadsgedeelte van het Ilha de Governador. Op een boulevard aan een strandje is nog een restje carnaval aan de gang, veel zon en veel muziek, alle schaduwplekken bezet.
De auto inleveren is nog een hele kunst. We rijden eerst twee keer fout (gelukkig zijn ook hier de ritornos een uitkomst!) voordat we de ‘departures’ bereiken, en dan? Gelukkig spotten we een shuttlebus van Localiza, ‘volg me maar’, zegt de man.
We gingen ervanuit dat we in Brasilia de auto op moesten halen om naar het hotel te rijden maar er staat een vriendelijke Bruno klaar om ons te brengen.
Het Palace Hotel, wat een prachtig hotel van Niemeyer! Net op tijd om op het terras aan het zwembad nog een fles Pinot Grigio te delen.
Dinsdag 13 februari
’s Morgens vroeg staat diezelfde Bruno met gids Luiza (dochter van een architect die aan Brasilia heeft gewerkt, dus opgegroeid in Brasilia en zelf ook architecte) alweer klaar voor de Brasilia-excursie. Het Ministerie van Buitenlandse zaken met de prachtige kolommen - later zagen we dat die wellicht ontleend waren aan de voet van een bepaalde boom -, het grote plein, de Catedral de Brasilia (niet toegankelijk, dienst aan de gang), de televisietoren, een militair gebouw met een akoestische krul ervoor.
Lunch in een heel groot en blijkbaar zeer bekend ‘kilorestaurant’ met een keuze uit zeker wel 150 verschillende gerechten, waaronder tientallen groentes en salades, aardappels en rijst op wel 10 verschillende manieren bereid en natuurlijk heel veel vleesgerechten. Ha, we kunnen onze behoefte aan groenten weer even inhalen! Daarna nog een grote blauwe kerk, een beschilderd kleintje en een deel van de woonwijken. Huismeesters, mooie plantsoenen en tuinen, allemaal uiteraard ontworpen door Burle Marx. Aan het einde van de middag halen we de Fiat Mobi op. Moe en zeer voldaan.
Woensdag 14 februari
Na nog wat foto’s in het centrum van Brasilia op weg naar Pirenopolis. Eerst snelweg, industrie, distributiecentra, later lieflijker en landelijker, heuvels. De pousada met enige moeite gevonden, aan een zandweg, boven op een berg. De mevrouw van het restaurant, het hotel heeft gelukkig een restaurant, is vrolijk, spraakzaam en onverstaanbaar. Ze noemt het stadje Pirenops.
Donderdag 15 februari
Een bezoek aan Pirenops, onder aan de berg. Een hoofdstraat met garages, matrassenwinkels en schreeuwende reclames, een zijstraat wordt al beter, de straat in het oude stadje tussen de beide koloniale kerken is één en al toeristenwinkel. Af en toe piepen we naar binnen om even te gruwelen. Aan het einde van de middag naar de dichtstbijzijnde waterval; zonder betalen komen we er niet in.
Onder het genot van een Caipirinha maken we plannen voor Rio en komen we erachter dat er veel dicht zal zijn: de Sitio Burle Marx, het woonhuis van Niemeyer.
Vrijdag 16 februari
In de ochtend even naar een verre waterval maar ook daar heffen ze toegang en zouden we nog ruim een half uur naar beneden moeten ploeteren. Toen maar weer naar die van gisteren. Een kleintje, weinig te poedelen, veel bordjes: ‘gevaar zus, gevaar zo’. s’Middags in de regen terug naar Brasilia, de tomtom blijkt op Palace Hotel, Belo Horizonte te staan, dat wordt dus een heel andere terugweg, Gelukkig komen we erachter voordat het echt te laat was en buigen we af richting Brasilia.
Zaterdag 17 februari
Nog een laatste rondje Brasilia. Het museum van de povos indigenos en het kunstmuseum naast de kathedraal. Twee gebouwen waarvan de veelbelovende spiraal doodloopt: een keer in de toiletten, bij het museum op een dichte deur. Nogmaals de Catedral de Brasilia, nu open, en het Kubitchek monument, een naar, ondergronds gebouw vol persoonsverheerlijking.
Aan het einde van de middag vliegen we naar Sao Paolo en daar worden we door een voetbalminnende chauffeur naar het Zen Hostel gebracht. In het café op de hoek weer lekker vet gegeten, schelverlicht, lawaaiig, diverse hippe types, voetbal op tv, veel gejuich over 2 doelpunten. Blijkbaar is iedereen voor dezelfde club, dat verbroedert. De ober scharrelt bij de buren wat glazen wijn voor ons bij elkaar.
Zondag 18 februari
Op naar het MASP (Museu de Arte de São Paulo), het museum ontworpen door Lina Bo Bardi. Wat een stoer gebouw en wat een belevenis om eindelijk door de grote ruimte te mogen lopen waar de schilderijen niet aan muren hangen maar opgesteld zijn op mobiele glazen ‘ezels’ op een betonnen voet. Zigzaggend loop je door een schilderijenbos, van Monet naar Picasso, van Renoir naar Gauguin, je komt ze allemaal tegen op de wandeling, natuurlijk ook Van Gogh.
We hadden ons erg verheugd op een autovrije Avenida Paulista op zondag, maar de auto’s scheuren vrolijk rond.
’s Middags laten we ons naar het CESC Pompeia brengen, een sportcomplex ontworpen door Lina, in een leegstaande fabriek. Terwijl we een beetje stout een lift instappen om op ontdekkingstocht boven in de gebouwen te gaan, barst een noodweer los. Alle kinderen in de badjes en op de speeltoestellen op het plein worden in een mum van tijd bij elkaar geveegd en verzameld in een grote hal. Men blijkt voorbereid op dat soort situaties: overal manden vol met paraplu’s die je kunt gebruiken zolang je maar op het terrein blijft. Een enorm onweer van wel een uur lang, klap op klap, zo hard, om bang van te worden! Het dak van de fabriekshal waarin we schuilen blijkt lek te zijn. We wachten tot het enigszins luwt en op een nieuwe voorraad paraplu’s. Aan de straat stilstaande auto’s, verderop staat het kruispunt volledig blank. Lopen, verkeerd lopen, gelukkig een bus de goede kant op. Onze poging om een kaartje te kopen wordt weggewoven, 60-plus gaat gratis met de bus.
Maandag 19 februari
De sandalen in de zon te drogen gezet. Per taxi naar de Pinacoteca do Estado, een modern museum in een oude pinacotheek, erg mooi gedaan.
Te voet naar de Mercado Municipal, want geen taxi te vinden en bij de balie zijn ze niet per se behulpzaam (wat! Geen überapp?). Een beetje ongure omgeving, veel slapende mensen op straat, geschreeuw. Bankpasjes in de bh. In de Mercado helaas weer een berg gesmolten kaas op een zorgvuldig uitgezocht broodje. Bezoek aan de kathedraal: geen aanrader.
Dinsdag 20 februari
Om 7:00 uur bij Alfonso in de Volkswagen gestapt; hij had al uren voor het hek in de auto liggen slapen. De snelweg richting Rio: veel industrie -auto’s, vliegtuigen- en uit de grond gestampte nieuwe steden. Na een uur of twee de snelweg af: prachtige rit door de bergen, jungle en natuurpark. Flinke kletsmajoor, die Alfonso, ‘if you know what I mean’.
We halen gelukkig de boot naar Ilha Grande. Op het eiland ondergedompeld in hippies en strandvertier, manmoedig de koffertjes door het zand en de berg op gesleept naar ons hotel. Gelukkig hebben we kleine koffertjes, maat handbagage en niet van die grote koffers waarmee we sommige jonge vrouwen zien zeulen. We vragen ons af wat er toch allemaal inzit, aangezien iedereen nogal schaars gekleed is.
Woensdag 21 februari
Plan om over een berg naar een naburig strand te lopen. Het pad is glad na de regen, met stenen en boomwortels. We worden steeds ingehaald door groepen razendsnelle jongeren in minimaal textiel. We moeten het opgeven. We gaan naar strandjes dichterbij en stellen vast dat we de enigen zijn in een zedig badpak. We blijken een stamcafé te hebben, op het strand. Goed voor een espresso in de ochtend, de dagelijkse Caipirinha aan het eind van de middag en een paella ‘s avonds.
Donderdag 22 februari
Lisl neemt een rustdag, onvermoeibare Jenneke flipflopt naar het strand aan de andere kant van het dorp.
Vrijdag 23 februari
Om 9:00 de boot naar het vasteland, met Alfonso (hughug) naar Rio. Ten zuidoosten van Rio is een deel van de stranden onbruikbaar geworden door de petrochemische industrie, waar iedereen die in het toerisme werkte nu een baan heeft gevonden. Afgeleverd bij Vila Laurinda in Santa Teresa, wat een klim omhoog! Prachtig hotel! Oud herenhuis (het hotel) met moderne aanbouwen (voor de eigenaren, onder andere Walter, een video-kunstenaar), groot zwembad.
We proberen met het toeristentrammetje naar beneden te gaan, maar moeten beneden eerst een kaartje kopen. Als we dat punt eenmaal gevonden hebben, na de tegeltrap en de kathedraal (weer geen aanrader) sluiten ze net de deuren. Kaartje kopen voor de volgende dag blijkt onmogelijk. Grrr. Dan maar niet met het toeristentrammetje! We hebben alweer gauw een stamcafé voor de dagelijkse Caipirinha, op een kruispunt iets verderop.
Wil jij ook zo’n reis maken?
Vraag een offerte aan! We helpen je graag.
Zaterdag 24 februari
Taxi naar het Museu de Arte Moderna, prachtige tentoonstelling over het werk van Burle Marx. Net als Niemeyer en Bo Bardi kan ook hij fabelachtig tekenen. Te voet, langs de Aeroporto Santos Dumont (daar heb je hem weer!) en via de Praça 15 naar het Museu de Amanhã van Calatrava. Nog even naar het Museo de Arte de Rio op hetzelfde plein, maar te moe en te veel, we begrijpen niet eens meer waar de tentoonstellingen over gaan. Terug in het hotel nodigt ons eigenaar Walter uit voor nog een opening/tentoonstelling, maar we verkiezen het zwembad. Sjiek uit eten in een restaurant elders in Santa Teresa, uitzicht over de stad. Helaas een raar, zuur wijntje.
Zondag 25 februari
Met de boot naar Niteroi (60-plussers en disabled persons mogen als eerste de boot op, haha ...), de Caminho Oscar Niemeyer en het Museu de Arte Contemperaneo, de vliegende schotel. Bovenin erg mooi, de loopplank ook spectaculair maar bij de receptie en de jassen stinkt het naar mottenballen en luchtverfrisser.
Terug in het hotel ingecheckt voor de terugtocht, we bemachtigen weer plaatsen met meer beenruimte achter het schotje bij de wc’s. Al eerder hebben we het transfer van het hotel naar de luchthaven voor de zekerheid een uur vervroegd. In ons stamcafé krijgt het hele café de slappe lach als de obers Leonardo en Messias ons garnalenhapjes op een vreemd standaardje serveren.
Maandag 26 februari
Laatste dag Rio. Op weg naar de Suikerbroodberg, maar de top ervan ligt in een dichte mistsliert. Door naar Copacabana. We proberen tot de 30e verdieping van een sjiek hotel door te dringen om het plaveisel van Burle Marx goed van bovenaf te kunnen zien, maar we komen niet verder dan de hal van de lift op die etage.
Terug in het hotel geluierd aan het zwembad. Walter geeft ons een rondleiding door zijn studio en de tuin. Om vijf uur opgehaald, flink in de file, maar gelukkig toch ruim op tijd op het vliegveld. Daar weer wachten en verveling, een laatste Caipirinha. Een flinke rij voor de pasportcontrole, maar voor 60-plussers (en disabled persons) is er een apart loket, zonder rij ... Waarom hebben we dit soort voordelen niet in Nederland?
Dinsdag 27 februari
Weer fijne plaatsen, maar nu naast een echtpaar met een uit de kluiten gewassen peuter die de hele nacht diagonaal over zijn moeder heen hangt. En de vader de volgende morgen maar klagen over hoe zwaar het is met een kind te vliegen. Hij heeft het kind misschien vijf minuten op schoot gehad. Beetje koud op weg naar huis, zeker voor Jenneke, op de Willemsbrug. Aankomst in een land dat al een beetje naar voorjaar ruikt.
Kortom
Geweldige reis gehad, alles voorbeeldig georganiseerd. De landelijke intermezzo’s waren minder interessant dan de grote steden maar dat heeft misschien ook met onze leeftijd te maken. We stortten ons niet direct in expedities met gids, in tochten naar enorme watervallen, in jungletochten over het eiland. We hebben er erg van genoten, Inge, dankjewel!
Jenneke en Lisl, 13 maart 2024